Vox-classificatie
We kennen allemaal wel een aantal verschillende lettertypen, maar de precieze classificatie waartoe een letter behoord is niet altijd bekend.
Het meest gebruikte systeem om lettertypen te ordenen is het Vox-classificatie systeem. Dit systeem is ontwikkeld door de Franse typograaf Maximilien Vox en hoewel het systeem niet perfect is, is het wel het meest gebruikte.
De Vox-classificatie werkt op basis van de volgende indeling:
- Humanen (of Italiaanse schreefletters)
- Garalden (of Franse renaissance letters)
- Realen (of vroeg-classicistische letters)
- Didonen (of classicistische letters)
- Linearen (of schreeflozen)
- Incisen (of gestoken/gegraveerde/gehouwen letters)
- Scripten (of geschreven letters)
- Manuaren (of met de hand/penseel getekende letters)
- Frakturen (of gebroken (in de volksmond gotische) letters)
- Gaelic (of Ierse (toegevoegd ATypI Dublin, 2010) letters)
- Exoten (of niet-westerse letters)
Voor wie deze termen nog onbekend zijn of je wil je kennis eens opfrissen is er nu een handig e-book met daarin voorbeelden op basis van de Vox-classificatie. Dit e-book geeft naast een korte geschiedenis, een overzicht van de kenmerken van elk lettertype en enkele voorbeelden.
Hieronder een wat uitgebreidere uiteenzetting aan de hand van de indeling volgens de Vox-classificatie.
Humanen
Humanen of Humanisten zijn types die zijn gebaseerd op de romeinen die in de 15e eeuw werden gemaakt en gebruikt, voornamelijk afkomstig uit Venetië. De letters simuleren enigszins de formele schrijfwijze uit de manuscripten van die tijd, en dan met name de Karolingische minuskel.
Kenmerken: een rond en fors letterbeeld, korte en dikke hoekige schreven, vaak een schuine dwarsbalk in de e, schuine schreven op de stokken, een laag contrast tussen dik en dun, en de as van het contrast staat schuin naar links.
Voorbeelden: Centaur, Adobe Jenson.
Garalden
Deze groep is vernoemd naar de Franse stempelsnijder Claude Garamond en de Venetiaanse drukker Aldus Manutius. Garamond baseerde zijn werk op dat van zijn voorgangers, en daarom hebben Garalden veel overeenkomsten met de Humanen.
Kenmerken: fijnere proporties en een groter contrast dan de Humanen. De as van het contrast staat ook hier schuin naar links. Fijne, puntige schreven.
Voorbeelden: Garamond, Bembo, Caslon.
Realen
Realen of Overgangsvorm, vernoemd naar de rationaliteit van de Verlichting.
Kenmerken: Het contrast tussen dik en dun is groter dan bij de voorgaande twee groepen. De as van het contrast staat semi-verticaal. De schreven lopen meestal vloeiend uit de letters.
Voorbeelden: Baskerville, Times Roman.
Didonen
De naam komt van de Franse drukker Didot en de Italiaanse drukker Bodoni. Deze groep kan ook als Mordern worden aangeduid.
Kenmerken: het contrast is heel hoog; de verbindende lijnen zijn heel dun, terwijl de gewone lijnen juist heel dik zijn. Een sterk verticaal contrast, met zeer dunne, rechte schreven.
Voorbeelden: Bodoni, Didot, Walbaum.
Mechanen
Onder de Mechanen vallen de vroege vette letters, of biljetletters. De naam refereert aan het mechanische, rechte uiterlijk van de letters. Deze letter was vooral populair tijdens de Industriële Revolutie aan het begin van de 19e eeuw, bijvoorbeeld op reclameposters. Onder deze groep vallen zowel de Clarendons als de Egyptiennes. In Nederland is deze lettersoort ook wel bekend van chocoladeletters.
Kenmerken: alle lijnen zijn grotendeels overal even dik. De schreven zijn dik en boekig (blokschreven).
Voorbeelden: Rockwell, Clarendon, Ionic No. 5.
Linearen
Alle schreefloze letters vallen in deze groep. Deze groep bestaat uit vier subcategorieën.
Grotesken
Kenmerken: Grotesken hebben hun wortels in de 19e eeuw. Deze letters hebben een matig tot klein contrast. De G heeft meestal een 'spur' (een klein puntig uitsteeksel), en de R heeft een golvende staart. De uiteinden van de letters zijn meestal horizontaal afgesneden.
Voorbeelden: Monotype Grotesque, Grot no.6.
Neo-Grotesken
Kenmerken: Neo-Grotesken hebben hun oorsprong in de Grotesken, maar hebben over het algemeen nog minder contrast. De lettervormen zijn over het algemeen meer uniform en gebalanceerder uitgewerkt. De G heeft in tegenstelling tot die van de Grotesken meestal geen 'spur'. De uiteinden van de letters zijn vaak schuin afgesneden.
Voorbeelden: Helvetica, Univers
Geometrisch
Kenmerken: Geometrische linearen zijn eenvoudig van vorm, opgebouwd uit cirkels en rechthoeken. Vormen worden hergebruikt, zodat alle letters veel op elkaar lijken, en er een evenwichtig tekstbeeld ontstaat.
Voorbeelden: Futura, Eurostile, Avenir.
Humanistisch
Kenmerken: Humanistische Linearen zijn gebaseerd op de klassieke handgeschreven stijlen, zoals de Karolingische minuskel. Ze zijn lang niet zo rigide als de Grotesken.
Voorbeelden: Gill Sans, Optima.
Inciezen
Inciezen zijn letters die lijken alsof ze in steen of metaal zijn gebeiteld of gegraveerd, in plaats van op handschrift. De nadruk bij deze lettertypes ligt meestal op de kapitalen
Kenmerken: kleine schreven, of soms ontbreken de schreven en worden de uiteindes van letters iets breder, sommige lettertypen zijn gebaseerd op inscripties van monumenten (bijvoorbeeld de Zuil van Trajanus).
Voorbeelden: Trajan, Copperplate Gothic, Albertus.
Script
Scripts zijn letters die er uitzien alsof ze met de hand geschreven zijn.
Kenmerken: bootsen vaak een schrijfgereedschap na, zoals een kalligrafische pen of een ganzenveer. Vaak cursief van constructie, de letters zijn meestal met elkaar verbonden.
Voorbeelden: Kuenstler Script, Mistral, Brush Script.
Manuaren
Manuaren zijn letters die een getekend – niet specifiek geschreven – karakter hebben, bijvoorbeeld met de hand beletterde ramen, prijskaarten, reclameborden, e.d.
Kenmerken: lijken meestal niet echt op handschrift, ze zijn meer opgebouwd of getekend. Zijn niet bedoeld voor tekst maar voor grote koppen. Een grote verscheidenheid aan inspiratiebronnen, van penseel tot viltstift.
Frakturen
Frakturen zijn gebaseerd op de middeleeuwse handschriften die werden geschreven met de brede pen. De originele VOX-classificatie plaatste deze onder de Manuaren. De ATypI heeft ze in hun eigen groep geplaatst. Ook wel Gotisch schrift genoemd.
Kenmerken: puntige, hoekige vormen, smalle letters, een vrij donker woordbeeld. De invloed van de brede pen is duidelijk zichtbaar in de opbouw van de letters.
Voorbeelden: Fraktur, Fette Fraktur.
Gaelic
Gaelic of Ierse lettertypen werden toegevoegd aan de classificatie tijdens de ATypI vergadering in Dublin van 2010.
Exoten
Er is nog een groep die Exoten of Non-Latin wordt genoemd. Deze bevat alle niet westerse lettertypes zoals; Grieks, Cyrillisch, Hebreeuws, Arabisch, Chinees, etc.