Lettertype
Een lettertype is in de typografie een stilistisch samenhangende set tekens die meestal letters, cijfers en leestekens uitbeelden. De set kan ook andere symbolen bevatten of geheel daaruit bestaan, zoals in het geval van wiskundetekens. Veel tekstverwerkers geven de gebruiker de mogelijkheid verschillende lettertypen te kiezen, zoals Times New Roman, Calibri, Helvetica, Arial of Courier.
Algemeen
Er zijn verschillende systemen bedacht om lettertypen in te delen. Een zo'n classificatiesysteem is de chronologische volgorde. Maar alleen al in de 20e eeuw zijn zoveel lettertypen ontworpen, dat dit systeem niet toereikend is. De classificatie van Vox klopt niet altijd maar omdat het enige orde schept is het nog steeds de meest gebruikte classificatie. Ook de vereenvoudigde classificatie wordt vaak gebruikt.
Lettertypen: ontwerp en uitgangspunten
Breedte
Lettertypen worden ook onderscheiden in typen met variabele en met vaste breedte. Men spreekt van proportioneel en niet-proportioneel lettertype. Bij een proportioneel lettertype zijn niet alle letters even breed. Zo neemt de 'l' minder ruimte in beslag dan de 'm'. Bij een lettertype met vaste breedte nemen alle letters evenveel ruimte in.
Historisch gezien werden niet-proportionele lettertypes gebruikt op schrijfmachines. In de "oer-tijd" van de computer waren alleen deze lettertypen met vaste breedte beschikbaar voor de lay-out van teksten op de computer. Tegenwoordig wordt vooral met lettertypen met variabele breedte gewerkt, omdat dit rustiger leest.
Courier New is een lettertype met vaste breedte dat op veel systemen aanwezig is.
Beeldgrootte
corps
Dit is de grootte van de letter, en ook de minimale afstand van regels tekst onderling. In historische tijden was dat de hoogte van het letterstaafje. Deze wordt gemeten in typografische punten. Gebruikelijke corpsen zijn: 5, 6, 8, 9, 10, 12, 14, 16, 18, 20, 24, 36, 48, 60 en 72 punten.
letterbeeld
Binnen een lettertype wordt onderscheid gemaakt tussen: kapitalen of hoofdletters, "onderkast" of kleine letters. Daarnaast bestaan er nog de "kleine kapitalen" die als tekst-letters werden gebruikt.
De onderkast of kleine letters kunnen worden ingedeeld in
- "stok"-letters: b, d, f, h, k, l
- "staart"-letters: g, j, p, q, y
- "x-hoogte"-letters: a, c, e, m, n, o, r, s, u, v, w, x, z
- Overige letters: i, t
De verhouding tussen de lengte van de stokken, de lengte van de staarten en de "x-hoogte", dat alles is in hoge mate bepalend voor het uiterlijk van een letter.
De Times New Roman is bekend vanwege de vrij korte staartletters. Er moest zo veel mogelijk tekst op de krantenpagina. Door de staartletters kort te maken, kon de regelafstand worden verkleind, terwijl toch het letterbeeld vrij groot bleef. Dat wordt voor een groot deel bepaald door de "x-hoogte".
De Monotype Corporation in Engeland was bovendien zeer wel in staat om verlengde staartletters of "descenders" te leveren. Een tekst gegoten met dergelijke matrijzen, levert een pagina, die heel anders van "kleur" is. Nog een term die onder drukkers gebruikt wordt om het uiterlijk van een tekst-pagina met een bepaalde letter te karakteriseren.
Een andere letter die juist opvalt door zijn lange stok-letters is de Egmond, getekend door S.H. de Roos, een Nederlands letter-ontwerper in de 20e eeuw. (14-09-1877 - 3-04-1962)
De stok-letters zijn belangrijker voor de herkenbaarheid en de leesbaarheid van het letter-ontwerp, vergeleken met de staart-letters: Het volgende experiment maakt dat snel duidelijk:
- Dek de regel voor de helft af, zodat de halve x-hoogte aan de onderzijde is afgedekt.
- nu is de betekenis van de woorden gemakkelijk te achterhalen
- doe hetzelfde, maar dek nu de bovenkant van de regel af:
- probeer nu de regel nog eens te lezen
Als de bovenzijde van de letter is afgedekt, is het bijzonder moeilijk de regel nog te lezen, eigenlijk kan er slechts naar worden geraden.
Beeld: Vorm
romein
de gewone recht opstaande letter
cursief
schuinstaande letters, soms is het handgeschreven karakter erg duidelijk, vaker niet. Daarbij kan ook de "scheef"-stand van de letter het letterbeeld van grote invloed zijn:
Van de letter Bembo, uitgebracht door Monotype-Engeland, bestaan twee cursieven. Serie 270 omvat een romein en een cursief, die vrij schuin staat. Daarnaast is er een alternatieve cursief, die bijna rechtop staat: series 294.
breed
de normale lettervorm uitgerekt in de breedte
smal
de normale lettervorm versmald
verlengd
de letter is nu uitgerekt in de hoogte
Beeld: Dikte
een letter kan mager zijn, normaal, half-vet, vet of ultra-vet, op die manier wordt een letter-familie gevormd.
Schreef
Schreef is de term voor de dwars-streepjes aan de uiteinden van de rechte en soms ook ronde vormen van de letter. Andere naam daarvoor is: serif maar het kan ook andersom
Schreefloos
Letters uit deze familie bestaan uit overal even dikke lijnen; aan de uiteinden ontbreken de dwarsstrepen: zonder schreef of ook: sans serif.
Egyptiennes
Bij deze letters zijn de schreven even dik (of soms zelfs dikker) als de stokken van de letters. De stokken zijn recht en overal even dik. Deze letters kwamen in zwang in de tijd van de veldtocht van Napoleon Bonaparte in Egypte. De chocoladeletters op het Sinterklaasfeest behoren tot deze groep.
Kleinkapitalen
Sommige lettertypen bestaan geheel uit kleinkapitalen. Deze worden voornamelijk gebruikt voor briefhoofden, familie-drukwerk en naamkaartjes. Voorbeelden: Visite en Juno.
Ergonomie
Lettertypen als Times New Roman, Arial en Helvetica zijn populair omdat ze makkelijk leesbaar zijn vanaf papier. Deze lettertypen zijn echter niet ontworpen voor een computerscherm. Vandaar dat Microsoft speciaal twee lettertypen heeft laten ontwerpen door Monotype die ergonomisch geschikt zijn om van een beeldscherm gelezen te worden. Dit zijn Verdana (schreefloos) en Georgia (met schreef).
Het gebruik van veel verschillende lettertypen door elkaar geeft een storend effect. Om dezelfde reden is het af te raden om grote delen van een tekst in vet of cursief weer te geven. Wel kan het verhelderend zijn om speciale stukken tekst, zoals citaten of voorbeelden, consequent een ander lettertype te geven. Men dient dit echter met mate toe te passen.
In drukwerk, zoals in kranten, worden voor de koppen soms andere lettertypen gebruikt dan in de lopende tekst.
Er zijn ook speciale lettertypen voor bepaalde toepassingen, zoals voor telefoonboeken. Voor stripboeken worden speciale individuele fonts ontworpen naar het handschrift van de tekenaar of diens tekenstijl.
Typestyle, typefaces en fonts
De correcte Engelse vertaling voor 'lettertype' is typestyle of typeface family. Onder invloed van de personal computers wordt dit echter steeds vaker font genoemd. Officieel is dit echter incorrect, en is een font een combinatie van grootte en typeface. Een typeface is een normale, cursieve of vette variant van een lettertype.
Bijvoorbeeld: 'Times New Roman' is een typestyle, 'Times New Roman Italic' is een typeface en 'Times New Roman Italic 10pt' is een font.
In het Nederlands is dit onderscheid minder duidelijk en noemen we dit alles gewoon lettertype. Nederland heeft een rijke traditie in het ontwikkelen van lettertypes. Letterontwerpen wordt aan de Haagse Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten als vak onderwezen.