Plantin
Plantin is een overgangs serif lettertype vernoemd naar de drukker Christoffel Plantijn. Het werd voor het eerst gesneden in 1913 onder leiding van Frank Hinman Pierpont voor de Monotype Corporation en is gebaseerd op een Gros Cicero letterfont gesneden in de 16e eeuw door Robert Granjon. Plantin is een van de lettertypen dat de creatie van Times New Roman beïnvloede in de jaren 1930.
De bedoeling achter het ontwerp van Plantin was om een lettertype te maken met dikkere lettervormen dan meestal gebruikelijk was tot die tijd: eerdere lettertypen ontwerpers hadden het gewicht van hun lettertypen verlaagd om het effect van inkt verspreiding te verminderen, maar rond 1913 hadden innovaties in glad en gecoated papier geleid tot verminderde inkt spreiding. Pierpont werd geïnspireerd door de Granjon ontwerpen door een bezoek aan het Plantin Moretus Museum in Antwerpen, België, waar ze tentoongesteld waren. Het Granjon letterfont waarop Pierpont's ontwerp was gebaseerd werd vermeld als een van de soorten die werden gebruikt door de Plantin-Moretus Drukkerij begin van de 17e eeuw, lang nadat Plantin was overleden en zijn drukkerij was geërfd door de familie Moretus, maar Plantin zelf had een paar letters gebruikt van het lettertype om een ander lettertype, een Garamond aan te vullen. Het ontwerp voor Plantin behield de grote x-hoogte van Granjon's ontwerpen, maar verkorte de stokken en staarten en vergrote de ogen van de kleine letters a en e.
Tijdens het interbellum werd het letterfont gebruikt en gepopulariseerd door Francis Meynell's Pelican Press en door C. W. Hobson's Cloister press en werd ook af en toe gebruikt door Cambridge Press. In meer recent gebruik, is het tijdschrift Monocle geheel in Plantin en Helvetica gezet. Een geringe verscheidenheid van het lettertype bestaat ook, met de enkele-haal versies van de letters a en g.
Specificatie | |
---|---|
Stijl: | Schreef letter |
Classificatie: | Realen |
Uitgeverij: | Monotype Corp. |
Letterontwerper: | Frank Hinman Pierpont |