Header
Een compacte (en incomplete) historie

Een compacte (en incomplete) historie

van het gedrukte woord.



4,000 V.C.

De vroege mens begint met visuele communicatie door te tekenen op muren in grotten. De grot schilderingen zijn primair pictogramtekeningen die fysieke objecten vertegenwoordigen met een paar schetsen die concepten/ideeën vertegenwoordigen. De grotten van Altamira in Spanje worden later bekend als de Sixtijnse Kapel van de grotschilderingen, door de kwaliteit en kwantiteit van de vroege tekeningen.

3,000 V.C.

Door de behoefte voor het vastleggen van het dagelijkse leven, ontstaat een eerste schrijfsysteem: het spijkerschrift of Cuneiform. Ontwikkeld door de Sumeriers, continueerde het de traditie van het pictogram dat het equivalent werd van de Sumerische letter. Sumeriers kerfden markeringen in kleitabletten met een wigvormige pen. Cuneiform is letterlijk vertaald "wigvormig". Het spijkerschrift bleef gedurende 35 eeuwen bestaan en werd geadopteerd door een aantal beschavingen. Het verdween in de 2e Eeuw.

De Sumeriers en later de Egyptenaren begonnen ook het "rebus schrift". Zij gebruikten pictogrammen om fonogrammen te creëren die het gesproken woord vertegenwoordigden. Rebus zou later populair worden in de middeleeuwen om achternamen te noteren.

Snel daarna ontwikkelden de Egyptenaren, zwaar beïnvloed door het Spijkerschrift, het eerste complete schrijfsysteem: Hiërogliefen. Sommige hiërogliefen waren pictografisch, terwijl andere fonetisch waren en daarmee het eerste visuele geluid vertegenwoordigden. Naast het kerven in steen, schreven de Egyptenaren ook op papyrus, dat zij uitvonden, met penselen.

1,800 V.C.

De Chinezen ontwikkelden de kalligrafie, het papier, het drukken en de eerste toepassing van "losse letters" (Bi Sheng). In de 8e Eeuw drukten de Chinezen hele pagina's die werden uitgesneden in houtblokken. Een methode die bleef bestaan in Azië tot de 19e Eeuw, maar pas 800 jaar later in Europa werd overgenomen. De Chinese losse letters werden gegoten in metaal en keramiek, maar de enorme hoeveelheid karakters en de fragiele materialen voorkwamen een succes.

1,050 V.C.

De Phoenisiërs ontwikkelden het eerste alfabet bestaande uit hoekige en rechte letters gesneden met een pen. Eenvoudiger te leren en te lezen dan Hiërogliefen en Spijkerschrift, werd het Phoenetische alfabet het eerste wijd verspreide fonetische schrift. Het alfabet bevatte tevens een cijfer systeem.

1,000 V.C.

De Grieken adopteerden het Phoenetische alfabet. In hun handen ontwikkelde het karakter van het Westerse letterbeeld tot wat wij heden gebruiken. Grote ontwikkelingen betreffen de unciaal karakters van brede, enkel streek letters met simpele ronde vormen; en letters met schreven, een gevolg van het hakken van letters in steen.

700 V.C.

De Romeinen adopteerden het Griekse alfabet (Latijn) en letters werden toegevoegd tot de twaalfde Eeuw wanneer de huidige 26 karakters zijn bereikt. Een hoogtepunt van Romeinse typografie is de zuil van Trajan (gemaakt in 113 N.C.) verhalend over Keizer Trajan's overwinning in de Daciaanse oorlogen. De uitgehakte letters worden later beschouwd als het definitieve voorbeeld van vierkante Romeinse kapitalen.

6e Eeuw

Monniken beginnen met de productie van verluchte handschriften en geïllustreerde manuscripten voor de kerk. Teksten en beelden werden volledig met de hand vervaardigd. De "Verlichting" propageerde duurzaamheid hetgeen ook gold voor de boeken, waarvan het een jaar (soms twee jaar) duurde om één kopie te produceren, maar maakte ze bereikbaar voor de “ongeletterde” bevolking. Ganzenveren pennen en snellere productie bereidde de ontwikkeling van de halve-unciaal – de eerste kleine letter vormen met staarten – voor, hetgeen leidde tot een verbeterde leesbaarheid.

9e Eeuw

De Karolingische minuscuul wordt ontwikkeld en gebruikt gedurende Karel de Grote's rijk. De "staarten" dienen als de basis voor het huidige onderkast letterbeeld en worden uiteindelijk gecombineerd met de Romeinse kapitalen (hoofdletters).

12e Eeuw

Een gotische stijl van schrijven ontstaat. De verticale schacht of stam wordt benadrukt en de Karolingische minuscuul wordt zeldzaam. Deze nieuwe stijl wordt bekend als gotisch (ook wel fraktur of blackletter genoemd) en wordt door heel Europa gebruikt tot de 17e Eeuw en in Duitsland tot de 20e Eeuw.

15e Eeuw

Ontwikkelingen in de technologie en de productie van papier, samen met de grote vraag naar boeken, leiden tot de uitvinding van de "losse letter" (moveble type) en de drukpers door Johannes Gutenberg in Mainz, Duitsland. Van 1452–1455 drukte Gutenberg een geschatte oplage van 200 exemplaren van zijn 42 regelige Bijbel, waarvan er slechts 48 overleefden en daarvan slechts 21 compleet. De Gutenberg Bijbels, gedrukt in het Latijn met gebruik van een gotische letter, behoren tot de meest kostbare boeken die bestaan. Gutenberg's uitvinding veroorzaakte een bloei van de Incunabel; de periode 1450-1500 is bekend als de wieg van de boekdrukkunst.

In 1470 opende Nicholas Jensen een drukkerij in Venetië, Italië, en produceerde boeken tot zijn dood in 1480. Als een van de eerste typografen creëerde Jensen het eerste romein letterbeeld type, met de zuil van Trajan als de basis van zijn lettervormen. Tevens ontwikkelde hij met succes een Grieks en gotisch lettertype.

In 1473 drukte William Caxton het eerste boek in het Engels.

Gedurende de laat 1400 en vroege 1500er jaren ontwierp en sneed Fransesco Griffo (leerling van Nicholas Jensen) voor Aldus Manutius het cursieve lettertype. Aldus Manutius ontwikkelde de interpunctie, het gebruik van leestekens, zoals de semicolon en de moderne verschijning van de komma, en drukte de octavo, het eerste goedkope "zak formaat" boek: een voorloper van het huidige pocket-book. Manutius ontwikkelde een relatie met Albrecht Durer die een aantal van zijn boeken illustreerde.

16e Eeuw

Gedurende de jaren 1500 is er een geweldige ontwikkeling van lettergieterijen. In het bijzonder in Frankrijk ontwikkelden letterontwerpers nieuwe lettertypen die de helderheid en leesbaarheid verhoogden. In het midden van de jaren 1500 ontwierp Claude Garamond, discuteerbaar, de fraaiste voorbeelden van romein schreefletters. In de tweede helft van de 16e Eeuw wordt Garamonds leerling Robert Granjon, de eerste letterontwerper die experimenteerde met groter contrast van de verdikkingen en haarlijnen. Het werk van Garamond en Granjon, samen met de latere ontwerpen van Jean Jannon, beïnvloede op grote schaal een familie van lettertypen, de Garalden, die ontwikkeld worden tot op de dag van vandaag.

17e–18e Eeuw

In 1692 begon een comité van de Franse Academie van Wetenschappen te werken aan een nationaal gestandaardiseerd lettertype op verzoek van Koning Louis XIV. In 1695 heeft Jacques Jaugeon het ontwerp gereed dat gesneden wordt door Philippe Grandjean en dat bekend zou worden als de “Romain du Roi” ofwel “romein des Konings”. Het letterbeeld, gebaseerd op rationele geometrie in plaats van de traditionele Romeinse invloeden, was de eerste stap naar een overgang lettertype ontwerp. Grandjean, een klassiek geschoolde typograaf, nam enige vrijheid met de uiteindelijke vorm, door enige mate van geometrie te verwijderen.

In 1720-1730 sneed William Caslon exceptionele romein lettertypen, bekend om hun korte staarten en stokken en bescheiden hoog contrast, die de unieke karakteristieken toonden van de Nederlandse barokke lettertypen.

In 1757 ontwikkelde John Baskerville het eerste overgang lettertype. Met de bedoeling om Caslon’s letter te verbeteren, verhoogde Baskerville het contrast tussen de dikke en dunne halen, maakte de schreven scherper, meer taps en verplaatste de as van de ronde letter naar een verticale positie. Baskerville’s lettertypen tonen een grote consistentie in maat en vorm.

In 1780-laat1790 ontwierpen Firmin Didot en Giambattista Bodoni de eerste moderne lettertypen met een nog groter contrast tussen dik en dun, vertikaal uitgerekt, lange fijne schreven en minimale of geen haken.

19e Eeuw

De industriële revolutie brengt ons: adverteren. Drukkers beginnen met het snijden van (grote) letters in hout in plaats van metaal en de motorisch (stoom later elektrisch) aangedreven boekdrukpers wordt de meest dominante vorm van drukken. Ook is er de ontwikkeling van de vierkante schreef of “slab serif”; lettertypen groeien naar poster lettertypen, voor een grotere attentie voor de advertentie in publieke ruimten.

Veroorzaakt door een grotere behoefte aan productie en de economische groei, beginnen individuele, kleine ondernemingen hun eigen drukpersen te kopen en wordt het drukken wijd verspreid. De typemachine wordt uitgevonden in 1860 en de massa productie van informatie wordt vergroot, hoewel de typografie terughoudend is ten aanzien van de “monospaced” letters. De Linotype en Monotype zetmachines, op de markt gebracht aan het eind van de 19e Eeuw, maken het zetten van metalen letter sneller en goedkoper.

20e Eeuw

In 1912 ontwerpt S.H. de Roos, als eerste Nederlander in 150 jaar, een nieuwe drukletter, namelijk de Hollandsche Mediæval. In totaal heeft hij twaalf drukletters ontworpen, waarvan de Hollandsche Mediæval, de Egmont (1932), de Libra (1938) en de De Roos Romein & Cursief (1947) de meest succesvolle waren.

Futura, het eerste geometrische lettertype, is ontworpen in 1927 door Paul Renner. Hoewel niet verbonden met het Bauhaus, deelde Renner hun mening dat een modern lettertype moderne waarden diende uit te drukken in plaats van de revival van een oud ontwerp. Futura’s letterbeeld is geheel gebaseerd op geometrische vormen.

In 1952 ontwerpt Hermann Zapf het eerste succesvolle humanistische schreefloze lettertype: Optima. Dit lettertype groeide uit tot de meest bevredigende samensmelting van de klassieke romein en de moderne schreefloze vormen. Het bezit een uniek humaan karakteristiek, tot dan toe nog niet gezien door typografen.

In Zwitserland ontwerpt Max Meidenger in 1957 de Helvetica. Dit wordt het meest gebruikte, wereldwijd toegepaste, schreefloze lettertype ooit.

In 2000 komt het door Tobias Frere-Jones ontworpen lettertype Gotham op de markt dat zou worden gebruikt voor Barack Obama’s presidentiële campagne. Gotham wordt bekend als “het lettertype dat presidenten kiest” en dat een verhoging teweeg bracht van het publieke bewustzijn voor typografie.