Arnold Pannartz en Konrad Sweinheim
Arnold Pannartz en Konrad Sweinheim (ook Sweynheim en Sweynheym) waren twee drukkers uit de 15e eeuw, die de drukkunst in Italië hebben geïntroduceerd.
Biografie
Pannartz stierf omstreeks 1476, Sweinheim in 1477. Pannartz was waarschijnlijk afkomstig van Praag en Sweinheim van Eltville in de buurt van Mainz. Ze hoorden beide tot de geestelijkheid. Sweinheim zou gewerkt hebben in Eltville met Gutenberg tussen 1461 en 1464. Men weet niet of Pannartz en Sweinheim elkaar in Duitsland leerden kennen, maar het staat vast dat ze Gutenbergs uitvinding naar Italië brachten.
Ze vestigende zich in 1464 in de abdij van Santa Scholastica in Subiaco waar ze hun eerste drukpers opzetten, trouwens de eerste in Italië, en als lekenbroeders leefden. Het was de Spaanse kardinaal Juan de Torquemada, abt van Subiaco die hen zou gevraagd hebben zich daar te vestigen. Martin Davies schrijft dan weer dat ze waarschijnlijk naar Subiaco trokken na de troebelen in Mainz in 1462 en dat ze zouden gestuurd of aangemoedigd zijn door kardinaal Nicolaas van Cusa, die goed geïntroduceerd was in humanistische kringen in Rome. Zijn secretaris was Giovanni Andrea Bussi die later nog met Pannartz en Sweinheim zou meewerken als uitgever en lijsten van de beschikbare werken zou verspreiden. Bussi werd later bibliothecaris bij de paus.
Het eerste incunabel dat ze publiceerden op 30 september 1465 was de De Oratore van Cicero. Vervolgens publiceerden ze op 29 oktober 1465 de De divinis institutionibus van Lactantius, het eerste gedateerde boek gedrukt in Italië en de De civitate Dei van Augustinus op 12 juni 1467. Deze drie werken vormden een keerpunt in de geschiedenis van het drukken, want ze stappen af van de gotische textura en produceren een meer afgerond lettertype, gebaseerd op het humanistische schrift.
In 1467 trokken ze naar Rome en vestigden zich in het Palazzo Massimi aan de Campo de' Fiori, hen ter beschikking gesteld door Francesco et Pietro de' Massimi. Daar drukken ze 35 volumes met edities variërend van 275 tot 300 kopieën en werk van Lactantius, Cyprianus, Augustinus, Hiëronymus, Leo de Grote, Thomas van Aquino, Cicero, Apuleius, Gellius, Vergillius, Livius, Strabo, Plinius, Quintilianus, Suetonius, Ovidius etc. Veel van hun uitgaven zijn eerste drukken van de betrokken auteurs. Voor het voorbereiden van de uitgave werken ze samen met Giovanni Andrea Bussi, dan bisschop van Aleria, die voor hen ook de te drukken werken uitzoekt, de manuscripten leent bij de eigenaars, de te drukken tekst kiest en opstelt en de drukproeven corrigeert.
Maar ze zien de zaken te groot en drukken te veel kopieën, waarvan een groot deel onverkocht blijft. Eigenlijk was dit een eerste geval van overproductie van boeken. Ze sturen dan ook hun assistent Bernhard von Merdingen in 1472 naar Neurenberg in een poging om hun voorraad daar op de markt te slijten en richten in 1472 een verzoek aan Paus Sixtus IV voor ondersteuning, maar zonder resultaat. Daarop stapt Sweinheim in 1473 uit het partnerschap en keert terug naar Mainz, waar hij in 1474 tot kanunnik benoemd wordt aan de collegiale kerk van St. Victor. Sweinheim keerde terug naar zijn eerste ambacht, de kopergravure. Hij realiseerde kaarten voor een Cosmographia van Ptolemaeus, maar stierf voor het werk klaar was.
Pannartz bleef verder werken in Rome en publiceerde nog dertien volumes, waarvan 2 herdrukken, onder zijn eigen naam tussen 1474 en 1476.