Header
Abbreviaturen

Philippe Grandjean




Philippe Grandjean

Philippe Grandjean (volgens moderne Franse spelling Grandjon) (1666 - 1714) was een Franse lettertypeontwerper opmerkelijk voor zijn reeks romeinen en cursieven die bekend werden als de Romain du Roi (Frans voorRomein van de koning). Koning Lodewijk XIV gaf in 1692 opdracht om een exclusief lettertype voor de koninklijke drukkerij te ontwerpen. Grandjean ontwierp het type samen met een groep wiskundigen, filosofen, en anderen.



ALBRECHT DÜRER

Underwysung der Messung
Nuremberg: 1525

Albrecht Dürer, 1471 - 1528, is best known of the books on the geometry of letters is Dürer's Unterweysung der Messung [A Course on the Art of Measurement]. The text is printed in a form of textura, a black letter style. The book presents the principles of perspective developed in Renaissance Italy, applying them to architecture, painting, and lettering. Dürer's designs of Roman capital letters, shown here, demonstrate how they can be created using geometrical aids.



Geoffroy Tory

Geoffroy Tory (1480-1533), was een van de belangrijkste drukkers in Parijs tijdens het eerste derde deel van de zestiende eeuw, schreef en drukte deze theoretische verhandeling over het ontwerp van de Romeinse hoofdletters in 1529. Hij werd beloond door François I met de titel van Imprimeur du Roi (drukker des konings) in 1531.

Vroege letter ontwerpers probeerden een bijzondere relatie tussen de verhoudingen van de letters en de vorm en afmeting van het menselijk lichaam te vinden. Dus, net als Dürer, die hij veel bekritiseerde, laat Tory zien hoe letters te tekenen met geometrische formules en hoe hun proporties betrekking hebben op het menselijk lichaam. Hoewel het boek niet was gericht op de grafische industrie, wordt het werk vermeld door vele latere schrijvers over lettertypen en drukwerk en heeft een grote invloed op de typografie.

Paginas uit Champs Fleury, 1529



Luca Pacioli

Divina Proportione
Venice: A. Paganius Paganinus, 1509

Luca Pacioli, (died ca.1514), a Franciscan monk, is mentioned several times in the notebooks of Leonardo da Vinci. His Summa di Arithmetica, Geometria, Proportioni e Proportionalità appeared in 1494.

Continuing his work on proportion, he published this work in 1509. In an appendix to the book, each of the capital roman letters is broken down into its component parts, showing its underlying proportions.



Rietpen

Een rietpen (ookbamboepen) is een van bamboe gemaakte pen, zoals die van oorsprong in China werd gebruikt.

Een rietpen is betrekkelijk eenvoudig te maken. Een stuk bamboe wordt schuin afgesneden en vervolgens in een punt gemodelleerd. Ten slotte wordt er vaak voor het lopen van de inkt een verticale snede gemaakt. Dit is echter niet per se nodig.

Wat betreft deze constructie is de rietpen te vergelijken met de Europese ganzenveerpen.

Rietpen



Ganzenveer

Een ganzenveer is een schrijfinstrument gemaakt van de slagpen van een gans of een andere grote vogel. Het gebruik van zulk schrijfgerei stamt uit de middeleeuwen. De komst van de ganzenveer, rond het jaar 700, verdrong de bamboe- en rietpen die tot dan gebruikelijk waren. De veer werd op de juiste wijze bewerkt en in de inkt gedoopt, waardoor deze zich volzoog met inkt en ermee geschreven kon worden. Door de komst van de metalen pen is het gebruik van de ganzenveer voor gewoon schrijven verdwenen, maar in de kalligrafie wordt de ganzenveer nog altijd superieur geacht aan metalen pennen.

Voor de ganzenveer werden in de lente de buitenste vijf slagpennen van levende vogels genomen. Men gaf de voorkeur aan de veren van de linker vleugel, omdat zij een buiging hebben die voor rechtshandige schrijvers naar buiten, van de schrijver af, gericht is. De meest gebruikelijke pennen waren van ganzenveren, maar betere waren van zwanenveren, die door hun schaarste duurder waren. Voor het trekken van dunne lijnen werden pennen van kraaienveren gebruikt en als tweede keus ook veren van uilen, haviken en kalkoenen.

Voor men met de veer kon schrijven moest deze op de juiste wijze bewerkt worden. De veer werd schuin aangesneden en men verwijderde het merg, waarna de veer gehard moest worden. Daartoe werd de pen zolang in water geweekt tot deze er glanzend wit uitzag. Voor het eigenlijke harden werd het ingeweekte gedeelte in een houder met heet zand van de juiste temperatuur (170-180 °C) gestoken tot de punt doorschijnend werd. Het zand moest zo heet zijn dat de pen wel siste, maar niet barstte. Tot slot werd de bovenste huidlaag van de pen gekrabd, waarna de pen gesneden kon worden.

Ganzenveer

Inktpotjes waar de veer ingedoopt kan worden