Header
Boekdrukkunst

Boekdrukkunst


Boekdrukkunst is de kunst geschriften te vermenigvuldigen door middel van een drukpers. Meer in het bijzonder door middel van het combineren van verschillende (herbruikbare) delen een gedrukte tekst (en/of afbeelding) in oplage produceren.

Inleiding

Voor de invoering van de boekdrukkunst werden boeken en andere geschriften met de hand overgeschreven als men meerdere exemplaren wilde maken. Boeken waren toen dus letterlijk handschriften. Een typische oplage van een handgeschrift was vaak maar enkele honderden exemplaren of zelfs maar enkele tientallen. Zo zijn dan ook veel boeken uit de oudheid en middeleeuwen voor altijd verloren gegaan toen het laatste exemplaar ervan verdween. Met de introductie van de mechanische drukkunst werd een oplage al snel enkele duizenden exemplaren en was het gevaar van definitief verloren gaan van een bepaald werk een heel stuk kleiner geworden. Hiermee werd de verspreiding van kennis en nieuwe inzichten geweldig versneld. Het belang van de boekdrukkunst voor de massale verspreiding en het behoud van kennis is dan ook zeer groot.

Geschiedenis

Het is onmogelijk te bepalen wanneer of door wie de boekdrukkunst is uitgevonden. De uitvinding wordt toegeschreven aan een aantal personen. Daarvan is de Chinees Bi Cheng, die al in de elfde eeuw Chinese karakters zou hebben gedrukt, de enige die historisch gezien voor de eer in aanmerking kan komen.

In de oudheid was het principe van drukken van afbeeldingen al bekend zoals de vondsten bewijzen van rolcilinders in Mesopotamië. Deze waren gegraveerd met afbeeldingen en spijkerschrift in spiegelschrift. Ook zijn stenen tabletten gevonden met afbeeldingen die met behulp van de cilinders zijn gedrukt. Eveneens gebruikten hooggeplaatste personen zegelringen om hun persoonlijke zegel of 'handtekening' op belangrijke berichten te drukken.

Vanaf het jaar 1000 zijn in Europa al boeken gedrukt met blokdruk. Hiervoor werd iedere pagina van een boek uitgesneden in een houtblok. Dit was een zeer arbeidsintensief proces want ieder bladzijde van een geschrift vereiste een eigen uitgesneden uniek houtblok. Na het drukken kon men de houten drukvormen, die ook snel afsleten tijdens het drukken, niet gebruiken voor een ander drukwerk. De productie van omvangrijke geschriften was hierdoor nog steeds een tijdrovende bezigheid. Iets later werd wel de 'massaproductie' van bidprenten, heiligenafbeeldingen en vlugschriften door middel van blokdruk populair omdat hiervoor maar een paar blokken nodig waren.

De grote verbetering voor het drukken van teksten kwam toen men op het idee kwam om losse loden letters samen te voegen om zo een drukvorm voor een complete pagina samen te stellen. Ook kon men dan eenvoudig een losse afbeelding – uitgesneden in hout of metaal – plaatsen tussen de letters in de drukvorm. Na het drukken van de geplande oplage kon men nu de losse letters weer hergebruiken voor een ander te drukken boek. Dit was goedkoper dan blokdruk. De letters werden verdeeld in kapitalen ('bovenkast') die in het bovenste deel van de zetkast lagen, en kleine letters ('onderkast') die in het onderste deel van de kast werden bewaard. Kasten werden opgeslagen in een zetbok. Later werd de productiesnelheid verder verhoogd, omdat men losse letters in lood ging gieten (monotype) met behulp van matrijzen. Tot aan de industriële revolutie bleef het drukproces in wezen onveranderd in deze vorm bestaan.

De regelzetmachine deed haar intrede rond 1890 vanuit Amerika (Intertype) en Europa (Linotype). Deze regelzetmachines konden complete regels gieten die dan min of meer automatisch in drukplaten samengevoegd werden. Dat was in die tijd een enorme versnelling van het drukproces, mede omdat het gebruikte zetwerk niet weer hoefde te worden teruggelegd (gedistribueerd) in de letterkasten, maar na gebruik weer omgesmolten werd voor hergebruik. Voor krantenkoppen gebruikte men de Ludlow. Vanaf begin jaren 70 van de 20e eeuw maakte de boekdrukkunst steeds meer plaats voor vlakdruk (offset- en rotatiedruk), omdat lood het af moest leggen tegen fotozetmachines en Desktop publishing (DTP) aan haar opmars begon.

Boekdruk (hoogdruk) wordt nog slechts zelden toegepast. Het is nu een liefhebberij van hobbyisten, toegepast voor gelegenheids-, grafiek- of bibliofiele producties. De laatste jaren wordt mechanisch drukken meer en meer vervangen door digitaal boekdrukken.

Europese uitvinders

In de Westerse wereld wordt de Mainzer Johannes Gutenberg algemeen gezien als een meer waarschijnlijke uitvinder dan de Nederlander Laurens Janszoon Coster of de Vlaming Dirk Martens, hoewel zonder aanwijsbare reden. Maar het lijkt wel vast te staan dat in die tijd, rond 1450, de bevolking in het Oosten al bekend was met zowel blokdruk als letterdruk. Hoewel het daarmee in theorie mogelijk is dat door de Europese 'uitvinders' de techniek uit het Oosten is overgenomen, kan dit niet meer worden bepaald. Het kan evenzeer zijn dat beide plaatsen onafhankelijk van elkaar en ongeveer gelijktijdig tot dezelfde uitvinding zijn gekomen. Hoe het ook zij, in het Westen was het drukken met losse letters onmiddellijk een enorm succes en verspreidde het zich razendsnel over het continent, dit in tegenstelling tot het Oosten. Een van de belangrijkste oorzaken van dit succes was dat het westerse alfabet maar een beperkte hoeveelheid lettertekens heeft. Het Chinese schrift heeft een enorm aantal karakters (voor bijna ieder woord een apart teken) en zodoende was het samenstellen van een tekst nog steeds een zeer arbeidsintensief proces. Economisch gezien had hier de mechanisatie van de boekproductie dus aanvankelijk weinig zin. Ook had de staat een monopolie op de druktechniek, zodat iemand die iets wilde drukken hiervoor toestemming van de overheid moest verkrijgen. In Europa was door het lappendeken aan staten geen monopolie te handhaven. Bij moeilijkheden verhuisden drukkers gewoon naar een vrijer, ander land in de buurt. In Engeland werd de boekdrukkunst geïntroduceerd door William Caxton.

De vroegste drukwerken van vóór 1501 worden incunabelen of wiegendrukken genoemd; drukwerken van 1501 tot 1520 (soms tot 1540 of 1550, afhankelijk van de bron) postincunabel. In de eerste jaren van de boekdrukkunst kwam 50% van alle boeken in de Noordelijke Nederlanden uit Deventer vandaan.

Lage Landen

In de Lage Landen vond de grootste bloei van de boekdrukkunst plaats in de 17e eeuw. In die tijd werden de producten van drukkers, zoals de in Antwerpen en Leiden werkende Christoffel Plantijn, algemeen als superieur beschouwd. In de 18e eeuw werd het eigene van de Nederlandse boekdrukkunst bewaard, maar de industrie ging mee in de algemene neergang van die tijd. In de 19e eeuw was er in Nederland niet langer sprake van een toonaangevende boekdrukkunst, en de eigen kenmerken gingen verloren tot er aan het eind van de eeuw een bewuste poging gedaan werd om ze te herscheppen. In deze vernieuwing waren de bijdragen van drukkerij Enschedé en lettergieterij Tetterode van groot belang. Maar naast deze vernieuwing had ook de mechanisatie in die tijd een grote invloed op de boekdrukkunst.

Digitaal boekdrukken

De laatste jaren hebben digitale druksystemen een dusdanige kwaliteit, productiviteit en kostprijs bereikt, dat het mogelijk is geworden om concurrerend digitaal boeken te drukken in oplages vanaf één tot ongeveer 500. Hiervoor worden voor het binnenwerk hoogproductieve laserprinters ingezet. De omslag wordt gemaakt met een digitale kleurenprinter.

Digitaal boekdrukken kan voor uitgevers en auteurs grote voordelen hebben:

  • Bij kleine oplages zijn de productiekosten lager.
  • Het is mogelijk om eenvoudig een voorloopserie te produceren om zo het boek in de markt te testen.
  • Voorraadkosten en afschrijving van winkeldochters kan voorkomen worden door bijvoorbeeld meerdere malen een kleine oplage te drukken in plaats van één keer een grote.
  • Het is mogelijk om boeken permanent in de verkoop te houden, zelfs als de vraag heel klein is (de beroemde Long Tail). Een boekwinkel als Amazon is hier al heel ver mee.
  • Iedereen kan nu zijn boeken professioneel laten produceren, zonder dat men daarvoor via een uitgever moet werken. Hiervoor zijn op internet zelfs speciale websites beschikbaar, zoals Blurb.com, Lulu.com en jouwboek.nl.